Bruiloft van Kana

Johannes 2, 1- 12 Bruiloft van Kana

 

Op de derde dag was er een bruiloft in Kana, in Galilea. De moeder van Jezus was er, en ook Jezus en zijn leerlingen waren op de bruiloft uitgenodigd. Toen de wijn bijna op was, zei de moeder van Jezus tegen hem: “Ze hebben geen wijn meer.” “Wat wilt u van me?” zei Jezus. “Mijn tijd is nog niet gekomen.” Daarop sprak zijn moeder de bedienden aan: “Doe maar wat hij jullie zegt, wat het ook is.” Nu stonden daar voor het Joodse reinigingsritueel zes stenen watervaten, elk met een inhoud van twee á drie metrete. Jezus zei tegen de bedienden: “Vul de vaten met water. ”Ze vulden ze tot de rand. Toen zei hij: “Schep er nu wat uit, en breng dat naar de ceremoniemeester.” Dat deden ze. En toen de ceremoniemeester het water dat wijn geworden was, proefde – hij wist niet waar die vandaan kwam, maar de bedienden die het water geschept hadden wisten het wel – riep hij de bruidegom en zei tegen hem: “Iedereen zet zijn gasten eerst de goede wijn voor en als ze dronken zijn de minder goede. Maar u hebt de beste wijn tot nu bewaard!” Dit heeft Jezus in Kana, in Galilea, gedaan als eerste wonderteken; hij toonde zo zijn grootheid en zijn leerlingen geloofden in hem. Daarna ging hij naar Kafarnaüm, met zijn moeder, zijn broers en zijn leerlingen, en daar bleven ze een paar dagen.

 

Inleiding

Centraal verhaal van deze viering is het bekende verhaal over de bruiloft van Kana. En hoewel we het verhaal maar éénmaal in de drie jaren in de reguliere vieringen horen, is het over het algemeen een bekend verhaal. Dat heeft waarschijnlijk alles te maken met de belangrijke plaats die dit verhaal heeft gehad in de lange kerkgeschiedenis. Al in de eerste eeuwen van het christendom was 6 januari de dag waarop men de doop van Jezus vierde. Niet 25 december, de geboorte van Jezus, was het hoogfeest, maar 6 januari. Tijdens de doop van Jezus kwam er immers van Godswege aan het licht wie Jezus was. Uit de wolken klonk een stem: Dit is mijn welbeminde Zoon. Het feest heette dan ook Epifanie, openbaring van Jezus. Maar al snel kwam daar het verhaal van de openbaring aan de wereld bij. De magiërs, de vertegenwoordigers van de wereld, brachten eer aan Jezus en openbaarden daarmee zijn voorname positie met koninklijke gaven van goud wierook en mirre.

En het duurde niet lang of daar kwam de zelf-openbaring van Jezus bij in het wijnwonder van Kana.

Zo’n concentratie van thema’s op één dag houdt het niet uit. En daarom bleef op 6 januari Driekoningen bestaan, daarna de door van de Heer en nu dan het verhaal van de bruiloft van Kana en het wijnwonder. In mijn overweging zal ik daar verder met u over nadenken.

 

Overweging

In de inleiding heb ik al gezegd dat dit verhaal over de bruiloft te Kana een grote rol heeft gespeeld bij het feest van de openbaring van Jezus. De wonderen door Jezus verricht, openbaren zijn goddelijke afkomst en zending. En wanneer je dat in je achterhoofd houdt, dan lees je in dit verhaal gemakkelijke de bevestiging daarvan. Maar dat is maar één van de bedoelingen van een verhaal. Het bevestigt datgene wat je al weet.

Een andere bedoeling van een verhaal is, dat het je verrast. Om je nu te laten verrassen door een verhaal moet je het opbrengen om het verhaal als nieuw te lezen. Dat kun je het beste doen door het verhaal letterlijk zin voor zin te lezen, alsof je het einde nog niet kent.

Welnu: het verhaal gaat over een bruiloft in Israël zo’n 2000 jaar geleden.

Zo’n bruiloft had heel wat voeten in aarde. Het feest duurde minstens een week en soms wel drie weken. En alle gasten bleven vaak de hele tijd en moesten dus van eten en drinken voorzien worden. Dus je moest van te voren genoeg voedsel en vooral genoeg drank hebben gespaard, wat je kon niet even naar de supermarkt of naar de slijterij om wat bij te halen. Op =op.

En de oosterse gastvrijheid was zeer breed. Soms werd het hele dorp uitgenodigd, maar ook familie kwam over. Zo is Maria en haar gezin uitgenodigd. En ook Jezus hoort daarbij. Maar Jezus heeft net wat leerlingen om zich heen verzameld en die komen ook mee. 12 man sterk een hele groep. Het feest barst los en men drinkt er lustig op los. En niet zo’n beetje ook. Men giet zich lekker vol tot dronkenschap toe.

Maria ziet het allemaal aan en constateert dat het dreigt mis te gaan.

Want als de wijn op is voordat het feest voorbij is, dan dreigt er schande. Of je hebt te weinig wijn gespaard en je bent dus te gierig geweest. Of je hebt te veel gasten uitgenodigd en dan ben je te overmoedig geweest. En de schande blijft levenslang aan je kleven.

Maria ziet dat haar zoon een heel gezelschap met zich mee heeft genomen, waar men waarschijnlijk niet zo op gerekend heeft. Zij voelt zich verantwoordelijk voor het dreigende tekort aan wijn. Daarom neemt ze Jezus apart en zegt tegen hem: ”De wijn dreigt op te raken.” En ze suggereert dus: als jullie met je groep nu afscheid nemen, onder het motto: ’We hebben nog iets anders te doen.’ dan redden ze het nog met de wijn en voorkom je schande.

Maar Jezus heeft het kennelijk goed naar zijn zin en z’n hoofd staat er helemaal niet naar om het feest te verlaten. Er staat dat hij zegt: “Wat wilt u van me? “ maar in de grondtekst staat het er veel kribbiger: “Mens/ Vrouw, wat heb ik daar nu mee te maken! Het is nog niet de tijd om weg te gaan.” En misschien wil hij zijn beker aan iemand geven om die nog eens vol te schenken.

Maar dan komt het.

Maria die zich verantwoordelijk voelde en een oplossing had aangedragen, zegt tegen de dienaren: “Doe nu maar wat HIJ zegt.”

Met andere woorden: Oké Jezus dan is het nu JOU verantwoordelijkheid.

Je hoort bijna de kloek in Jezus keel: oeps!

Jezus wordt ineens geconfronteerd; niet met een beroep op hem als Jezus, de gezondene, maar met een algemene regel: Wanneer je onderdeel bent van een groep en iemand die zich verantwoordelijk voelt doet een beroep op jou om de zaak op te lossen, maar jij weigert mee te werken, dan is het aan jou om de verantwoordelijkheid over te nemen en een oplossing aan te dragen.

En dat hoef je dan niet alleen te doen. Zoals Maria een beroep doet op Jezus. Zo doet Jezus een beroep op de dienaren. Het zijn geen slaven, die moeten doen wat je zegt, maar dienaren van het huis, die op een verzoek ingaan. Jezus vraagt hen 6 vaten van zo’n honderd liter met water te vullen. Dat lijkt nergens op te slaan. Wat moet je nu met dat water? En 600 liter water halen is geen sinecure. Je kunt niet de kraan open zetten. En je moet met emmers en kruiken naar de bron om het water aan te slepen. Ze zouden dus kunnen zeggen: “Bekijk het maar!” Maar ze helpen mee. Ze scharen zich in de verantwoordelijkheid van Jezus. Toen de vaten vol waren, schepten ze eruit en brachten dat naar de ceremonie meester. Die verbaast zich over de kwaliteit van de nieuwe wijn.

Het meewerken van de dienaren die hun verantwoordelijkheid nemen, is dus een wezenlijk onderdeel van het verhaal. Want als Jezus water in wijn kon veranderen, kon hij ook de vaten zomaar vullen met wijn. Of van een wijn kan een hoorn des overvloeds maken,

Dat is het verrassende wat dit verhaal ook in zich bergt. In een groep is iedereen verantwoordelijk voor de oplossing van een probleem. Je kunt niet zeggen: “Jij bent verantwoordelijk, maar ik doe niet mee.” Zodra je NIET mee doet, ben JIJ verantwoordelijk voor een andere oplossing.

Die levens wijsheid sluit nauw aan bij de werkelijkheid waarin we verkeren. de corona pandemie met de nieuwe Omicron variant van het virus. Onze gekozen regering voelt zich verantwoordelijk om ons uit de crisis te loodsen.

Nu zijn er mensen die zich voegen in de maatregelen die zij uitvaardigen. Ze gaan mee in de verantwoordelijkheid. Maar er zijn ook mensen die zich niet voegen naar de maatregelen. Ze protesteren en gaan zelfs in tegen de maatregelen. Ze stellen andere maatregelen voor of willen zelfs alle maatregelen afschaffen. Ze voelen zich verantwoordelijk voor een andere manier van oplossen, maar omdat ze niet de meerderheid hebben, of omdat ze de verantwoordelijken niet kunnen overtuigen van hun gelijk, wordt er wel naar hen geluisterd, maar worden hun ideeën niet uitgevoerd. Dast is duidelijk.

Maar er zijn ook mensen, vaak mensen zoals u en kik, die de maatregelen zwaar vinden en het soms niet zo nauw nemen. We balanceren op het randje van wat mag en gaan soms over de grens heen.

Maar eigenlijk kan dat niet. Wanneer je iemand verantwoordelijkheid geeft, kun je niet je eigen pad gaan, want dan ben je verantwoordelijk voor een andere oplossing. Is dat niet wat zwaar? Maakt het enig verschil of ik meedoe of niet? Wat ik doe is toch maar gekrummel in de marge.

Toch doet het er toe. En dat kan ik duidelijk maken met een verhaaltje. Misschien klinkt het bekend, maar het gaat als volgt.

Lang geleden wilde een bruidspaar hun huwelijk feestelijk vieren, maar ze waren te arm om een feest te geven. Toen bedachten ze een plan. Wanneer iedere genodigde ne eens een fles wijn zou meenemen. Dan zouden ze die wijn in een vat bij de ingang gieten. Dan was er toch genoeg drank om het feest te vieren. Iedereen vond het een gaaf plan. Een slimmerd dacht echter. Ik heb nog wel een oude wijnfles. Die vul ik dan met water en die giet ik dan in het vat. Iedereen denkt dan dat ik netjes meedoe. En och zo’n beetje water op zoveel wijn dat merkt toch niemand. Zo gedacht, zo gedaan. Toen iedereen binnen was, werd het vat binnen gebracht. De eerste toast was aan het bruidspaar. Zij schepten uit het vat en toasten en proefden. Maar ze proefden niets, ze proefden geen wijn. Ze proefden water. Er waren dus veel mensen slim geweest. En het feest viel letterlijk in het water.

En wie was daar verantwoordelijk voor? Ieder individu.

Zo gaat het met iedere oplossing voor problemen in de groep. Of dat nu de samenleving, een feest of de kerk is. Je volgt de ideeën van de verantwoordelijken of je neemt de verantwoordelijkheid over. Maar ten einde blijft het JOUW verantwoordelijkheid.

 

Cuno Lavaleije